Metéora is een rijke contemplatie op het menselijke verlangen
De tweede speelfilm van Griekse regisseur Spiros Stathoulopoulos (PVC-1) geeft in een sobere, rustige stijl een tijdloze take op het oeroude thema van de dualiteit tussen het spirituele en het aardse leven. Metéora verkiest symbolische, abstracte beelden boven een door dialoog gedreven dramatisch verhaal. Hierdoor zal de film vooral kijkers aanspreken die bereid zijn geduldig te kijken en zelf de open plekken in de film in te vullen. De film levert een veelheid aan mogelijke associaties en interpretaties op, doordat het is verweven is met andere werken uit de kunstgeschiedenis met hetzelfde thema.
Het verhaal gaat over een monnik Theodoros (Theo Alexander, True Blood) en een non Urania (Tamila Koulieva), die in twee tegenover elkaar gelegen kloosters wonen. Ze worstelen met hun menselijke verlangen naar elkaar in hun dagelijkse leven dat ze beide aan God hebben gewijd.
Dualiteit
De film handelt over het conflict tussen het aardse, vleselijke verlangen en de bovenaardse, spirituele dimensie van het menselijke bestaan. Meteora is een film die het thema overbrengt door beeldend en verhalend voortdurende tegenstellingen aan te brengen. Zo plaatst de regisseur het verhaal in een sterke metaforische setting: twee tegenover elkaar staande, op de toppen van rotsen gelegen kloosters scheiden de hoofdpersonen. Ook in de cameravoering keert het contrast terug. Hun ascetische leven speelt zich boven af, in het hemelse, de hogere sferen. Dit is gevangen in beelden zonder camera bewegingen. Beneden speelt zich het aardse, zondige leven af: het slachten van dieren, de verleiding en de seks. De camera is beneden juist wel in beweging.
Slow film
Meteora vertelt het verhaal van het toenemende verlangen van de protagonisten met weinig dialoog en zorgvuldig gekozen, sprekende beelden. De cameravoering is overwegend registrerend, met veel aandacht voor de details van de dagelijkse handelingen, zoals bidden en kerkdiensten. Deze beelden komen tot je in een laag tempo dat, in combinatie met flarden gregoriaanse zang, de film zelf tot een rustoord maakt; het transformeert tijdelijk de bioscoopzaal tot een hal van een klooster. Door de beelden sijpelt echter steeds duidelijker een spanning, een aantrekkingskracht tussen beide hoofdpersonages. Dit komt naar voren in de steelse blikken die ze elkaar geven in hun gezamenlijke kerkdiensten, of in het geagiteerde, rusteloze gedrag tijdens het bidden. Het hoogtepunt is een lang aangehouden shot van een stiekeme picknick van de beide geliefden, waarin de spanning tot ontlading komt en ze toegeven aan hun verlangen.
Deze documentaire geschoten beelden worden afgewisseld met fantasievolle animatiestukken die vooral uitdrukking lijken te geven aan de innerlijke wereld van de hoofdpersonen. Deze animaties zijn getekend in de stijl van de Byzantijnse iconen die alomtegenwoordig zijn in de kloosters waarin de film zich afspeelt. Ze illustreren wat er in het eigenlijke verhaal gebeurt, maar tegelijk geven ze een diepere, symbolische laag mee: ze verwijzen naar Bijbelse verhalen en oude Griekse mythologie. Op deze manier plaatst de film het thema van het verlangen in een bredere context van andere kunstwerken uit de cultuurgeschiedenis.
De stijl van de film vereist een zeker inspanning van de kijker. Hij moet zelf de betekenis uit de beelden van het alledaagse weten te distilleren. De film biedt slechts een rode draad van Ariadne die de kijker uit het symbolische betekenisdoolhof kan leiden.